Het fokken van Deense Tuimelaars
Door M.A. van Heeringen,
Deel
1:
Aanvang
van het broedseizoen en het samenstellen van de fokkoppels
Wie vroeg begint met fokken, januari bijvoorbeeld, doet er goed aan in de twee maanden, die voorafgaan aan de fok, dus november en december, de duiven in een goede conditie te brengen dan wel te houden.
Wat
is een goede conditie: Een goede conditie is, dat de dieren op het oog zeer levenslustig zijn en dat ze gevrijwaard zijn van allerlei ziektes, die het broedseizoen en het opgroeien van de jongen nadelig kunnen beïnvloeden. Zorg dus voor een prima verzorging en huisvesting van de dieren, bekijk ze tenminste 1x per dag en neem ze zoveel mogelijk ook even in uw handen, ze worden er mak van en u zult zien, als u dit vaak doet, laten ze zich meestal zonder wegvliegen in de handen nemen. Dit oog- en handcontact leidt er toe dat als de dieren iets mankeren u dat ook direct in de gaten hebt. Dieren, die zich nooit fit tonen, kunt u beter uitsluiten van de fok, alleen kerngezonde duiven gebruiken we om mee te fokken. Hoe zit het dan met het tentoonstellen van duiven zult u zich afvragen? Ja, het is maar net wat u het zwaarst laat wegen. De meest waardevolle dieren, die voor topnageslacht moeten zorgen, kunt u naar mijn gevoel beter niet laat in het seizoen tentoonstellen of heel weinig als niet tentoonstellen geen optie is. Laat vooral de dieren, die kortgeleden nog op een tentoonstelling zaten te pronken, nog wat bijkomen voordat u ze gaat koppelen. Of begin wat later met fokken. Zorg er ook voor, dat overtollige dieren tijdig een nieuwe baas krijgen, overbevolking kan tot rampen leiden. Zelf heb ik de laatste jaren veel te veel dieren waarmee ik fok maar het onderwerp “overbevolking in het duivenkot” dient behandeld te worden, niet waar?
Stel de paren aanvullend samen. Dat wil zeggen als de ene duif iets mist dan dient de partner dat beslist wel te hebben. Voorbeeld: Een wat laaggestelde, ietwat in de snavel geknepen doffer dient een duivin te hebben die uitblinkt in beenlengte en met een zeer goede wigvormige snavel, die zonder kneep in de schedel overgaat. Kort gezegd: - Laaggesteld tegenover Beenlengte. - Geknepen tegenover zeer goede wigvormig en zonder kneep.
Vogels, die ernstige fouten hebben, kunt u vanzelfsprekend beter niet gebruiken als het niet strikt noodzakelijk is. Stand- en type afwijkingen, een staart met afhangende pennen, een scheve staart, oogkleur afwijkingen en oogranden, die veel te bleek en/of te breed zijn en ga zo maar door.
Foto:
prima kopbelijning; lijkt iets teveel
achterhoofd te hebben
Afwijkingen in kleur en tekening hoeft niet altijd een probleem te geven, vooral de tekening laat zich gemakkelijk manipuleren. Fok vooral niet met dieren, die elkaar niet aanvullen maar toch een heleboel tekortkomingen hebben. U zult meemaken als u het wel doet, dat de kwaliteit van uw dieren met reuzenstappen achteruit gaat. Fok liever met 8 topkoppels dan met 12 koppels waarvan de laatste 4 stellen niet tot de top behoren. U zult het zien, de eerstgenoemde 8 stellen zullen zorgen voor nageslacht met kwaliteit en dat valt van de overige 4 stellen zeer te betwijfelen Als het selecteren om de fok en het samenstellen van de paren u moeilijk afgaat, vraag dan om raad en hulp van een meer ervaren fokker bij u in de buurt. Het is voorwaar geen schande met elkaar de fokparen samen te stellen, 4 ogen zien het dubbele van twee !!
Deel 2:
In
de vorige editie heb ik geschreven over het samenstellen van de fokparen.
Het
credo luidde: “Stel de fokparen aanvullend samen”.
Leest
u nog maar eens na wat ik daarmee bedoelde. Gebruik ook altijd 1 paar om
mee te kruisen, d.w.z. als u b.v. zwarteksters fokt, kruis dan in met een
b.v. overgetekende witpen van klasse. Is overal te lenen!
Wel
dient het dier waarmee u inkruist uitblinkende eigenschappen te hebben in
b.v. type, stand en kopbelijning. Met een “knepekop” komt u ook niet
veel verder, niet waar?
Maak
ruim van tevoren een fokplan, wat u wilt bereiken.
Schrijf het op, waarom nu
opschrijven zult u zeggen, nu gewoon om aan het papier toe te vertrouwen
hetgeen zich in uw gedachten afspeelt. Als het zwart op wit staat, wordt
het allemaal veel duidelijker en tastbaarder.“ Schrijf je rijk”
Figuur:
Een
ideale tekening van een elegante Deense Tuimelaar; let op dat de voorkop
hele-maal niet zo gerond hoeft te zijn, veel lengte kan nu eenmaal niet
met een ronde voorkop samengaan!!
Van
zwartekster kan met name het type verbeterd worden alsmede kopbelijning en
elegantere halspartij. Dus een witpen gebruiken zoals gezegd. Of het nu
een doffer is of een duivin is niet interessant.
Wel
interessant is om beide te gebruiken. Dus een witpen doffer op een ekster
duivin en een ekster doffer op een witpen duivin. U zult ervaren, dat
diverse jongen in de eerste F ( F1) al goed getekend zullen zijn. Vaak
loop het heldere van het oog iets terug.
Zoek
uit de jongen, die u heeft gefokt, de beste eruit. De selectie-eisen zijn
bekend. U had uw hersenspinsels immers aan het papier toevertrouwd.
Wat
is een elegante type, hoor ik u al zuchten?
Een
elegante type heeft een duif als ie mooi afhellend staat, een hals heeft
die naar de kop toe mooi conisch (verjongend) en slank toeloopt en
voldoende lengte heeft. Ook de benen dienen voldoende lengte te hebben en
de achterpartij (einde van de vleugels en staart) niet te lang.
Als
dit allemaal goed op elkaar is afgestemd, heeft u een elegante vogel waar
bij alle hierboven genoemde kenmerken ook nog eens in harmonie zijn met
elkaar.
Nu
zul je altijd zien, dat de ene vogel het type heeft en kopbelijning en de
vulling mist, terwijl de andere………. U begrijpt me wel!!
Deel 3:
In de vorige twee edities heb ik geschreven over het samenstellen van fokparen (1999) en het doen van kruisingen (2000). In dit jaarboekje (2001) maak ik U deelgenoot van een vrij uitgebreid onderzoek, dat ik ben gestart met als doel te ontdekken hoe de tekening vererft indien men gaat inkruisen en wie daar welke rol in heeft en dan bedoel ik natuurlijk de doffer en de duivin. Gevoelsmatig, zeg ik, dat de doffer een grote en misschien wel de grootste rol speelt in het inbrengen van de tekening op de jongen, anderen stellen dat beiden, doffer en duivin een gelijke inbreng hebben. Om daar achter te komen, ga ik de eerste 4 maanden van dit fokseizoen - Alle goedgetekende witpen-witstaart doffers koppelen aan de beste witpen duivinnen. - Alle goedgetekende witpen-witstaart duivinen koppelen aan de beste witpen doffers. In de uitkomsten van dit uitprobeersel zal men moeten verdisconteren, dat ik bij het samenstellen van bovengenoemde koppels geen inzicht heb in de fokzuiverheid van de gebruikte dieren. Maar toch zullen de uitkomsten mij enorm kunnen helpen bij het op peil houden dan wel verbeteren van mijn collectie witpen-witstaarten. Maar stel nu eens , dat je een geweldige witpen doffer op een goedgetekende witpen-witstaart duivin zet en ze geven in de nafok goed of bijna goedgetekende witpen-witstaarten. Dan spring je toch een gat in de lucht nietwaar? In 2000 zette ik een prima roodwitpen doffer op een bijna goedgetekende rood witpen-witstaart duivin. De resultaten van dit ene stel waren verbluffend te noemen, namelijk 2 doffers en 1 duivin met perfecte witpentekening, een bijna goede witte staart en fantastische koppen en types. Dit heeft mij aan het denken gezet en vandaar het bovengenoemde experiment met witpennen en witstaarten. Wat ik ook graag wil weten is: krijg je de witpen-witstaart tekening er snel op door bv. zwart witpen-witstaart doffer x rood witpen duivin te doen en roodwitpen doffer x zwart witpen-witstaart duivin. Wat ik bij aanvang van dit experiment wel wist is, dat ik mijn witpen-witstaarten zou kunnen verbeteren door gebruik te maken van roodwitpen doffers en duivinnen, omdat er gelukkig nog prima roodwitpen fokdieren in omloop zijn. Zoals ik al eerder schreef in 2000, het kruisen van variëteiten of kleuren heeft geen enkele zin als de “nieuwe inbreng” niet duidelijk op een veel hoger peil staat. U zult zich misschien afvragen, waarom al die moeite, mijn collectie witpen-witstaarten is toch van grote klasse? Gelijk heeft U, je kunt de kwaliteit wel vasthouden maar dan mis je b.v. de ontwikkelingen, die er gaande zijn om rood- en zwartroeken, zwart witpennen en roodeksters en ga zo maar door, op een hoger niveau te brengen. En daar wil ik met mijn neus boven op staan of als het moet het voortouw nemen om mijn collectie “op peil” te houden. En soms heb je geluk, zoals in het najaar van 2000, Preben Strandgard had een kruising gemaakt van de allerbeste roodroek doffer van Jørgen Vedel en zijn eigen zwartwitpen duivin. De uitkomst was o.a. een miskleur rode duivin met ra ra hoe kan het? 3 witte staartpennen. Een voortreffelijk type heeft dit dier, veel hals- en beenlengte en een heel mooi kopje. U begrijpt wel, dat dit dier inmiddels in mijn hok zit. Zij zal gekoppeld worden aan zwart en rood en ik ben benieuwd. Over de uitkomsten bericht ik u in de editie van 2002 en ik kan u gerust stellen, na april koppel ik om en ga dan fokken met goedgetekende witpen- witstaarten op elkaar. Tenzij het experiment reuze verrassingen oplevert. In ieder geval fok ik dit jaar tot en met juli, dus heb ik alle tijd om ook aandacht te geven aan het fokken van zwart witpennen, u weet dat dit een oude liefde van mij is, die nooit uit mijn collectie is verdwenen.
Foto: Martin van Heeringen naast Soren Poulsen (links) en Paul Crone Lund
Op dit moment experimenteer ik ook met zwartroek ( met witpenfactor) x overgetekende witpen duivin ( met eksterfactor). Wellicht gaat het me lukken om naast mijn witpen-witstaarten ook goede zwart witpenen te fokken. Ik hou u op de hoogte!!
|